donderdag 25 april 2024

Was het maar weer zomer: verliefd op Mallorca

Mallorca is een van de favoriete, met zon overgoten, vakantie-eilanden. Ook voor motorrijders, die hier en masse lievelingsroutes vinden, zelfs ver weg van het massatoerisme. En dat op zo’n twee uur vliegen van huis.

Klaus H. Daams

Vlak voor vertrek. Zij: ‘Heb je er zin in? Natuurlijk heb je er zin in’. Hij: ‘Mwah, het gaat’. Mallorca: droomeiland voor de een, niet geheel gespeend van nachtmerrie’s voor de ander. Zo’n tien miljoen toeristen stranden jaarlijks op het grootste eiland van de Balearen (Middellandse Zee, ten oosten van Spanje, red.). De meesten schakelen hier slechts voor een paar dagen hun harde schijf uit, sommigen blijven er voor altijd. Ze kopen een finca (luxe villa met zwembad, red.) of bouwen er een nieuw leven op. Sven zou een van hen kunnen zijn. De geschoolde timmerman komt uit de omgeving van Chemnitz, woont en werkt in de agglomeratie van Londen en klust af en toe bij als technicus en gids bij motorverhuurder Mallorquin-Bikes. Vooralsnog op proef.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRACK-0813-Mallorca.GPX”]

Die proeftijd hebben zijn beide chefs, Anke en Johannes, allang achter zich. “Wij zijn de meeste witte Mallorcanen”, zeggen ze om de bijwerkingen van hun bedrijf te verklaren. Ze hebben het moedig opgebouwd en nu is er amper tijd om te grillen, dankzij alle drukte rond motorverhuur en –toeren. De opbrengst van alle moeite, naast een verlaagd risico op huidkanker, een artikel in Playboy waarin een eilandverkenning op een van hun huur-enduro’s als ‘insider’-tip werd gegeven. De speeltjes zijn te vinden in Felanitx, in een voormalige wijnazijnfabriek. Hier heeft Mallorquin-Bikes een stal vol BMW’s klaarstaan, van een lichte sportenduro tot een roadsters. Wie het stoerder vindt om met een vette Harley over de promenades te flaneren, die vindt op Mallorca ook een verhuurder.

Maandagmorgen. Start naar ‘boven, rechts op de kaart’, oftewel Cap de Formentor. Gevolgd door een trip over de Serra de Tramuntana, de 90 kilometer lange en tot wel 1400 meter hoge bergketen die van het noorden van Mallorca een toevluchtsoord voor strandvluchtelingen maakt. Deelnemers aan deze tocht zijn Thorsten en Alexander die bij hun ‘huurmotorzoektocht’ eveneens in Felanitx landden.

Huisvrouweneiland

Om niet te lang aan de kust te blijven hangen, rijden we via Petra snel door richting vlakke land, richting Port de Pollença. Hier, in een café met een uitzicht op boten, baai en bergen zoals welgestelde Britse vakantiegangers dat tachtig jaar geleden ook al hadden, vertelt Thorsten over een parkeercontroleur die in Bunyola een groep fout geparkeerde motoren wilde afromen: zeven keer 200 euro.

Hoe het ooit moet zijn geweest toen zeilschepen nog door piraten werden leeggeroofd, dat wordt duidelijk op het smalle, bochtige weggetje dat leidt naar de oude wachttoren Talaia d’Albercuix. Diep hieronder de woeste, puntige en grillige kust, inclusief bergachtige schiereilanden die als prehistorische, monterachtige hagedissen uit het water oprijzen. Is dit het brave ‘huisvrouweneiland’ Mallorca? Het ziet veel exotische uit, minstens net zoals Nieuw-Zeeland. Er zijn types geweest, en ook dat weet Thorsten, die hier boven bij de toren zo high werden, misschien ook door het gebruik van niet geheel nevenwerkingvrije pillen, dat het een paar uur duurde voordat ze weer rijklaar waren.

En dat moet je zijn omdat het nu verder gaat naar de Cap de Fermentor. Een bochtrijke ‘doorknalweg’ door rotsen en bossen, waarvan de verkeerstechnische doorstroming hopelijk niet al te veel wordt gehinderd door bussen en huurauto’s die eveneens op weg zijn naar de noordoostelijke punt van het eiland. En hier is, bij vuurtoren en bar, amper nog een vrij parkeerplekje te vinden. Wie daar niet blij van wordt, kan 60 km westwaarts zijn hart ophalen bij de haarspeldbochtrijke weg naar Sa Calobra. Als een anaconda kronkelt de asfaltworm vanuit de Serra de Tramuntana 800 meter naar beneden, naar zee. Vijftien kilometer kunstig geknoopte bodembedekking op een grondstuk dat maximaal vier kilometer breed is: dit schreeuwt om een nieuwe maateenheid, een tegenhanger van het vermogensgewicht, pk’s per kilo. Dat vervolgens in het petieterige Sa Calobra de lichten al uit zijn en de golven in de rotsachtige bocht een ovatie geven aan de geweldige schepping, dat stoort ons verder niet. Integendeel. Danzkij het late onderweg zijn, behoren de 800 hoogtemeters ons op de terugweg helemaal alleen toe. Ook op de volgende beproeving, over de Coll de sa Bataia naar Selva, staat geen enkel blik hinderlijk in de weg. Zo leeg als de wegen ’s avonds zijn, zo vol is het bord in het hotel, waar je, zoals vaak op motorvakanties, vaak de laatste in de eetzaal bent.

Kuilen van formaat

Dinsdag, 7 uur. Ontmoeting met Sven in Portocolom. Om de zonsopkomst te zien. Deze goedzak komt slechts moeizaam uit zijn hemelbed. Voorlopig alleen een ‘waar de wolken nu licht worden, daar moet ie ergens zijn’. Om onszelf wakker te rijden nemen we de goddelijke slingerweg naar het pelgrimsklooster van San Salvador. Op de top van de berg een bovenmenselijk groot Jezusbeeld en een uitzicht helemaal tot de glinsterende zee. Gezegd ben je, met zo’n parcours voor de deur. Winterdepressies hebben hier geen kans. Ondanks deze paradijselijke toestanden, trekken zelfs Mallorcanen de wereld in. Zoals de in Petra geboren Franciscaner Fra Junipero Serra die, ja zeg het maar…., grondlegger is geweest van San Fransico.

Wij stellen ons tevreden met wat Mallorca ons te bieden heeft en kruisen noordwestelijk via een fijnmazig netwerk van heel kleine weggetjes door dambordachtig boerenlandschap. De Midden-Europees geijkte ogen blijven verbaasd hangen aan de cactushagen en op het oog fris geploegde, bruin geschubde velden, die je spontaan associeert met de verschrompelde huid van iemand die te lang in de zonnebank heeft gelegen. Een schitterend, slank weggetje brengt ons naar Binissalem en meteen daarna in Alaro op de zonluwe Plasa de la Vila waar de kelner van ‘Ca’n Punta’ ons twee copieuze salades voorschotelt. Helaas blijft er hierdoor geen ruimte meer over om nog een heerlijk stuk koek te eten. In plaats daarvan volgt, omhoog richting Castello d’Alano, de slechtste weg ter wereld. Nou ja, van het eiland. Kuilen van formaat, omzoomd door een beetje aftandse, karaktervolle olijfbomen.

Kaartloze paden

Dit alles is op de GS puur genot, terwijl gekwelde koppelingsplaten en banden hun bestuurders naar de duivel wensen. Behalve als ze zouden weten dat aan het einde van de martelweg een boterzacht lammetje wacht in restaurant Es Verger. Daarna weer naar beneden over het wasbord, verder waaierend door het hoog gelegen dal van Vall d’Orient. Het land zo groen als een biljartlaken, doorsneden met een weg. Alsof iemand uit pure woede of overmoed met de keu een bochtige scheur in het doek heeft gemaakt. Als kogels in een flipperkast flitsen we over de pas naar Sóller om precies op tijd, om 19 uur, bij Deià te zien hoe de lady gloedrood in zee wegzakt, na ons de hele dag te hebben begeleid. Van ‘dawn till dusk’.

Woensdag 24 oktober. Twee maanden voor kerstavond. Als kleine jochies verheugen psychotherapeut Martin, orthopeed Jens en drie andere kandidaten zich op hun professionele enduro-training. Nog snel even een paar strekoefeningen en een vriendschappelijke buikvetanalyse en daar stuiven we weg. We volgen de HP2 van Johannes, over paden die je nergens op een kaart terug zult vinden, naar het Santuari de la Consolacio, het klooster van moeder Maria. Op het plein voor de verzwegen heremitage een droge cursus inzake offroad-techniek, alvorens we uit onze crosshemden druipen van het zweet. Sven en ik willen onze motoren nog iets meer van Mallorca laten zien en sturen daarom richting vaste ondergrond, om iets sneller vooruit te komen.

Bij Can Nofre twee keer een ‘Fuchsröhre’ (naam van bocht op Nordschleife van Nürburgring, red.), rondom Cala Millor een steriel hotellandschap dat je graag je achterlicht laat zien en noordelijk van Artà het natuurgebied Peninsurla de Llevat. Rust in het terrein, waar de weg wordt afgekaderd door een ‘vangrail’: een stalen ‘waslijn’ waaraan oude banden zijn bevestigd. Paden belegd met korstig restasfalt leiden naar zandrijke bochten Cala Torta en Cala Mitjana. Dan terug naar Artà en onderweg snel even controleren of het speenvarken aan het spit bij restaurant Sa Teulera ondertussen knapperig is. Op een evengoed lekkere weg hangend in de heuvels gaat het naar een bolwerk van ascese, naar de kleine Ermita de Betlem. Hier ga je zeker lekker het klooster in. Sommigen rennen er zelfs naar toe, om op deze afgelegen weg te trainen voor de Mallorca-marathon.

Bijbels bergdorp

Donderdag. “Ben je daar nog niet geweest. Het doet mij steeds denken aan de uit de rotsen gebombardeerde wegen van de Dolomieten. Jij gaat daar helemaal uit je dak!” Het lukt Johannes steeds weer om de zin naar nieuwe avonturen aan te wakkeren. Een S 1000 RR geschikte route van Porreres naar Lucmajor, met meteen drie kloosters op een berg bij Randa, ergens tegen de middag Valdemossa. Heel fijn dat bussen en campers niet uit hun dak mogen gaan, zodat het komende pleziertje, de zes kilometer lange, steile en krappe afdaling naar het kleine Port de Valdemossa een beetje exclusief blijft. Net zo intensief en beduidend langer dan een quicky, is de vervolgroute op de Ma-10, hoog boven de kust aan de zijde van de Serra de Tramuntana, zo’n beetje de Kamawegensutra van Mallorca. Slagroom-asfalt net voor Andratx duwt de adrenalinespiegel verder omhoog. Nog niet opgebrand rubber verdwijnt hierin zoals witte lichamen op het naaktstrand van Platje El Mango.

Af en toe wil de maag ook iets. Het voeden van de hongerigen lukt uiteindelijk in Galilea, een naar Bijbels voorbeeld bekend klein bergdorp, met café en restaurant op het centraal gelegen kerkplein. Met de buik vol tapas is het goed rijden. Ma-1041 en Ma-1016, Coll d’es Vent en Coll de Sa Creu, de weg soms overwoekerd met takken zodat je voorover moet hangen alsof je met een clip-on-stuur rijdt. Wie wordt hier geen Mallorca-fan? Het einde van de excursie ligt in de bergen, bij de kanonnen van een vesting bij het stadstrand van Palma. Boah ey! De hoofdstad van het eiland verdient eigenlijk meer dan dertig minuten, maar de opkomende schemering maant tot spoed. Daarom even kort: in de jachthaven wordt het geloof in fun, een leven na de dood, gematerialiseerd middels een kolossale kathedraal.

Op vrijdag, in het ochtendjournaal, een reportage over het pensionada-paradijs Florida, waar bewoners zich voor een miljoen dollar inkopen in luxueuze woonresorts. Wie niet zoveel poen bij elkaar geharkt heeft, kan bij Cap de ses Salinas altijd nog stenen op elkaar stapelen. De rotsachtige oever aan de zuidpunt van Mallorca, omzoomd door wit kwijlend water, is vergeven van kleine torentjes, net zoals in Noorwegen de E6 de de poolcirkel. Met het vizier vol met glinsterende zoutkristallen van het schuimende zeewater sturen we aan op een plek die voor sleurontwijkende mensen dezelfde magnetische aantrekkingskracht heeft als de Noordkaap: S’Arenal. Dit met hotels volgeplakte oog van een in extase verkerende orkaan staat garant voor plezier en show tussen zandstrand en disco. De klok rond, zelfs in het naseizoen, als veel winkels dicht zijn.

Cruisend langs de vele shops aan de promenade komt de gedachte op aan de Reeperbahn… Tijdens een stop tussen de strandtenten Ballermann 1 en 2 klinkt plotseling een geannimeerd ‘Hallo mannen. Wat te denken van 280 grams steaks, rechtstreeks van een Duitse slager. Voor maar negen euro’. Andy heeft zijn zonnebril altijd op en zijn mond vol. De handelaar in en techneut van telecommunicatieproducten uit Berlin-Kreuzberg woont al negen jaar op Mallorca en werkt als promotor voor El Bistro. Om klanten het restaurant binnen te krijgen, moeten volume en woorden meteen raak zijn. De professional herkent Nederlandse dames aan hun Birckenstocks en Engelse aan hun navelpiercing. Ondertussen verklapt hij het gewicht van zijn vrouw evenals de topsnelheid van zijn scooter bergopwaarts. Waarbij hij beide waardes liever omgekeerd had gezien. Ter afscheid geeft Andy een ‘bikertip’: “Willen jullie de vliegtuigen een goed onder de vleugels kijken, rij dan naar de Ma-5013, richting Sant Jordi. Daar zweven ze bij de landing heel dicht boven je hoofd”.

Zaterdag. De laatste dag voordat het vliegtuig richting huis weer opstijgt. De laatste keer eten in de grote eetzaal van hotel Costa del Sur, met het piepen van de toastrolband en de mix van muscleshirts en gebloemde bloesjes aan de buurtafel. Naast kleding ook groente en fruit en gekeuvel op de drukke weekmarkt rondom de kerk in Santanyi. Goed, ‘gasos a la playa’. Doorstart naar het strand bij Cap de la Figuera – niet te verwisselen met Cala Figuera, het lieflijke vissersplaatsje met de volgens de reisgids mooiste haven van het eiland. De tocht dwars over het eiland wordt begeleid door gedonder, maar levert ook een inzicht op: blaffende wolken gieten niet. De toegang tot de Cap is weliswaar versperd, maar al ruim daar voor vinden wij in Portals Vells de untieme, schilderachterige baai: zandstrand, strandbar, parkeren in het zicht, dennenbos, paradijselijk helder water. Hier zou je pech en het wachten op hulp door de verhuurder makkelijk kunnen volhouden.

REISINFORMATIE

ALGEMEEN Zonder twijfel: Mallorca trekt vanwege het fijne klimaat en landschap massa’s toeristen. Het eiland in de Middellandse Zee biedt, naast zandstrand en partytime, fantastische mogelijkheden voor individuele activiteiten: zeilen, snorkelen, wandelen, klimmen, mountainbiken, wielrennen en – vanzelfsprekend – motorrijden. De enige vraag die er dan is: Enduro of Harley?

REIS Wie de eigen motor niet kan missen, rijdt naar Barcelona of Valencia en neemt de veerboot naar Mallorca. Zie: www.balearia.com, www.balearenfaehre.com, www.aferry.com. Een alternatief is een (Duitse) vervoerder voor voertuigen, www.Mallorca-transporte.com. Het merendeel van de toeristen kiest echter ter plaatse voor een huurmotor, plus een vlucht naar Mallorca. De jacht op aanbiedingen gaat het beste via internet of het reisbureau.

ONDERDAK Luxe villa met zwembad (finca) of klooster, schattig hotelletje of goedkope slaapfabrieken – op Mallorca hoeft niemand op het strand te slapen. Op internet of via het reisbureau is iets te vinden dat past in het budget.

REISPERIODE De circa 300 zondagen per jaar maken Mallorca tot lievelingseiland van miljoenen mensen, ook om er na het pensioen te vertoeven. Het voorjaar is de minste periode, de herfst het meest aangenaam. In de zomer is het alleen uit te houden voor mensen die houden van bakovenhitte. Belangrijk om te weten: de reistijd bedraagt slechts twee uur. Voor wie vroeg vertrekt is het dus een mooie optie om de file eens te ontwijken met een lang weekend aan de andere kant van de Alpen.

MOTORVERHUUR De meest uiteenlopende BMW’s, van G 450X Cross via R 1200 R naar de nieuwste, watergekoelde R 1200 GS, zijn te huur bij Mallorquin-Bikes, tel. +34-871-986469 of mobiel +34-609-237637, www.mallorquin-bikes.de. Deze verhuurder biedt ook offroadcursussen onder professionele begeleiding. Harleys en Japanse cruisers zijn te huur bij Mallorca Motorbike, tel. +34-971-655395, www.mallorca-motorbike.com. Mallorca Bikes heeft BMW‘s en Harleys in huis, tel. +34-666-617327, www.mallorcabikes.es. De prijzen voor huurmotoren op Mallorca lopen uiteen van zo’n 80 euro (1 dag / F 650 GS) tot zo’n 900 euro (1 week / H-D Fat Boy). Eigen motorkleding kan overigens thuis vakantie vieren, de aanbieders hebben dit namelijk klaarhangen. Tot de dienstverlening behoort ook meestal een shuttleservice vanaf bijvoorbeeld het vliegveld.

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen