donderdag 28 maart 2024

Duitsland: Terug naar de DDR

Een van de vreemdste landen ter wereld lag amper vijfentwintig jaar geleden op een halve dag rijden van de Nederlandse grens. Jan Dirk Onrust rijdt van het zuiden naar het noorden van Oost-Duitsland om te zien en te horen wat de DDR ook alweer was.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/ddr.gpx”]

Tekst en foto’s Jan Dirk Onrust

Het gezicht van de DDR was voor mij een zwemster uit het begin van de jaren tachtig. Eigenlijk had ze nauwelijks een gezicht. Het was een badmuts met een donkere zwembril en brede kaken bovenop een stierennek. Een zwemmachine die de ene gouden medaille na het andere wereldrecord haalde. Haar naam was Ute Geweniger, maar dat klonk meer als een typeaanduiding . Blij leek ze nauwelijks als ze won en praten deed ze niet. Dat deden DDR-sporters toch al niet. En als er per ongeluk wel iets uitkwam, dan viel het op dat de dames een octaaf lager spraken dan Lee Towers.
Verder kwam er weinig over de DDR naar buiten. De burgers mochten er niet uit. En het kostte veel moeite om erin te komen. Daar had je sowieso weinig zin in, want de socialistische heilstaat leek toch eerder een dwangarbeidersparadijs – iets met eindeloze flats, stomme producten en fabrieken, waarin ongetwijfeld Ute Gewenigers aan de lopende band stonden.

Gele Ellende

Met dat idee rijd ik naar het zuidelijke Bautzen, het beginpunt van mijn rit door ex-DDR. Het oude vestingstadje ligt bovenop een heuvel aan de Spree. Door zijn vele kerken en gerestaureerde monumentale centrum, begint het een toeristische trekpleister te worden. Maar vroeger was dit zo’n plaats waar je niet terecht wilde komen. Aan de rand van het centrum staat de beruchte Gele Ellende (Gelbes Elend), een gevangenis van gele baksteen. In de Sovjettijd (1945-50) kwamen hier duizenden politieke gevangen om. In de DDR-era plaatste de Stasi hier politieke dwarsliggers.

‘Je hoefde niet eens een politieke tegenstander te zijn om hier te komen,’ zegt Wolfgang, een bejaarde dichter die me rondleidt door Bautzen. ‘Als ze dachten dat je het land wilde ontvluchten, vonden ze je al staatsgevaarlijk. Maar als je braaf was, had je een voorspelbaar en goed leven. Voor de meesten was het een gelukkig en gezellig land.’

Diplomatie in trainingspak

Maar waarom moest er dan een muur omheen?
‘Dat was een enorme fout. Mensen wisten wel dat het Westen sneller vooruit ging. Niet dat de industrie draaide hier slecht draaide, maar het was moeilijk om de producten te verkopen. Aan de Sovjet-Unie had je niets, dat was een kille relatie. En in het Westen waren er veel handelsbeperkingen voor ons. Eigenlijk was de DDR een heel eenzaam land. Vandaar de nadruk op de sportprestaties. Dat was een manier om ons aan de buitenwereld te laten zien. Diplomatie in trainingspak.’
De vrouwen met de zware stemmen…
‘Een trainer zei eens tegen een journalist: ‘We komen hier om te winnen, niet om te zingen.’
We lopen de smalle straatjes met kleurige huizen en beklimmen een torentje. ‘Was Bautzen in de DDR-tijd ook zo mooi?’ vraag ik.
‘Het was sterk verwaarloosd en had nauwelijks kleur,’ zegt Wolfgang. ‘Nieuwbouw was goedkoper dan restauratie. Kijk, daar waar je nu dat winkelcentrum ziet, daar stond twintig jaar geleden een hoge nieuwe flat. Geen gezicht. Ze hebben het na de Wende zo snel mogelijk neergehaald. Dat is vaak gebeurd, de afgelopen 25 jaar. De DDR is enorm veranderd.’

Stalinstadt

Er is een gemeente waar de beruchte Plattenbau nog bijna helemaal overeind is gebleven: Eissenhüttenstadt (Hoogovenstad) heet de stad nu. Maar de oorspronkelijke naam van de stad verklaart meer: Stalinstadt.

Onderweg naar Stalinstadt passeer ik twee andere DDR-landmarks: de energiecentrales van Boxberg en Schwarze Pumpe. Toen de Muur viel, keerden de socialisten hun rode jasje om en kwam er ineens iets groens tevoorschijn. Maar in de DDR-tijd wisten ze dat uitstekend te verbergen. Schwarze Pumpe en vooral Boxborg – toen de grootste bruinkoolcentrale van Europa – legden jarenlang dikke groezelige deken over een flink deel van de DDR. Inmiddels zijn de centrales door het Zweedse Vattenfall overgenomen en komt er deodorant uit de schoorstenen. Maar gebleven zijn de angstaanjagende afmetingen van de centrales.

Flatgebouwen

De verwoestende invloed die ze op de omgeving hadden, is inmiddels grotendeels teniet gedaan door de aanleg van bos, heuvels en recreatiemeertjes. Net als overal in de ex-DDR maakt het platteland hier nu een frisse, aangename indruk. Helemaal prachtig wordt het als het gaat heuvelen en de bochtige weggetjes komen. Maar dan komt toch het moment dat Eissenhüttenstadt opduikt, vlakbij de Poolse grens. Zeker tien kilometer van tevoren zie ik al de hoogovencontouren boven het bos uitsteken. De ramptoerist in me gaat alvast rechtop de motor zitten. Ga ik de DDR in volle naargeestigheid toch nog zien? Een beetje wel. Maar het overgrote deel van de voormalige modelstad valt me mee. Het bestaat inderdaad uit flatgebouwen, maar veel daarvan zijn eigenlijk best mooi. De ergste zijn – en worden nog steeds – met bulldozers omver gehaald. De rest lijkt gerenoveerd. Iets minder florissant staan de fabrieken er bij: een aantal lijkt in staat van ontbinding te verkeren.

Slijmen bij de Sovjets

‘De eerste socialistische stad op Duitse bodem’ waar die nieuwe mens gestalte moest krijgen, stamt uit 1953. Om de toen net gestorven socialistische voorganger Stalin te eren, werd de stad naar hem genoemd. Typisch gevalletje van slijmen bij de Sovjets, maar net op het moment dat die begonnen met het ontmantelen van Stalin. Wolfgang noemde dit als voorbeeld van de moeizame verhouding tussen de Russen en de Oost-Duitsers. ‘De DDR wilde het braafste socialistische jongetje van de klas zijn, maar de Russen ging het vooral om de macht. Bij ons had de partij veel langer een ideologisch karakter. Maar ja, toch hadden ze al vrij snel een muur en een geheime dienst nodig.’

Diversanten

Bij de ingang van het Stasimuseum in de Normannenstraße in Berlijn staat een schattig bestelwagentje met grote ronde ogen. Een hipster zou er direct een heel cool campertje in zien. In werkelijkheid was het een soort martelwerktuig. Verdachten – ‘Diversanten, Saboteuren und anderen Feinden’ – werden met dit geblindeerde busje opgehaald en urenlang rondgereden om daarna in een cellenblok te worden verhoord. Het lange rondrijden was bedoeld om de verdachte het gevoel te geven dat hij/zij heel erg ver weg werd gestopt. De Stasi was niet direct een club die mensen fysiek martelde of liet verdwijnen, het ging vooral om psychologische intimidatie. En om een zeer diepe infiltratie in de levens van de 17 miljoen inwoners. Het ging zover dat de Stasi zelf punkbands oprichtte om maar in de buurt van mogelijke ‘diversanten’ te komen.

Dagelijks leven

Iets van het dagelijkse leven in de DDR vind ik terug in Ostel, een hotel in een Oost-Berlijnse portiekflat, geheel ingericht in DDR-stijl met alleen maar meubels uit die tijd. Bruin behang met bloemmotief, oranje gordijnen, een bank met skai, spaanplaten kastjes en een stomme schemerlamp. Eigenlijk gewoon het interieur dat wij in de jaren zeventig thuis hadden. Op het portret van partijvoorzitter Honecker na dan. We hadden op het nachtkastje ook geen Zivilgesetzbuch, de socialistische plaatsvervanger van de Bijbel, die uitlegt hoe de nieuwe mens zijn hinderlijke ego dient te offeren ten bate van de maatschappij. Ik begin het boek te lezen en vind het vreselijk saai. Ik kan wel wat leuker bedenken om te doen, maar aangezien mijn flat vast is volgestopt met afluisterapparatuur, houd ik me gedeisd.

DDR-motoren

Een paar kilometer verder, in de Spandauer Straße, vind ik de smaak van de DDR in Ostpakket, een soort supermarkt met DDR-producten. Exota-achtige frisdrankjes, toastjes, schoonmaakmiddelen, superlekkere kokospudding. Voor het echte DDR-gevoel zou je er eigenlijk drie uur voor in de rij moeten staan, vervolgens lege schappen moeten aantreffen en daarna afgeblaft worden door de verkoopster. Maart ach, ik ben allang blij dat hun Exota de DDR heeft overleefd, terwijl dat bij ons werd omgelegd door socialist Marcel van Dam. Ik koop een T-shirt waarop Held der Arbeit staat en ga naar het 1. Berlner DDR Motorradmuseum.

Maar liefst 140 verschillende motoren van onder meer MZ, EMW, IFA en Simson staan hier te glimmen. Nou ja, motoren, het grootste deel is brommerachtig, maar wat moest je ook met een echte motor als je toch niet mocht de grens over mocht? En toeren over de hobbelwegen moet ook niet echt een lolletje zijn geweest.

Het platteland

Over mooi asfalt rijd ik door naar de Oder en daarlangs omhoog naar het Oostzee-eiland Usedom. Op wat lichte uitzonderingen na is het landschap hier veel vlakker dan in het zuidelijke Sachsen. Maar het platteland voelt, net als elders in Oost-Duitsland, vriendelijk en prettig ouderwets aan. Koeien liggen in de schaduw van een boom te luieren, ooievaars landen op een wagenwiel, ik maak een praatje met een paar fietsers en niemand lijkt haast te hebben.

Noord-Korea

De dag kabbelt aangenaam voorbij en rond een uur of twee zie ik de zee bij Zinnowitz. Dit was een van die populairste badplaatsen waar je in de DDR-tijd naartoe kon met collega’s van de Staalarbeidersbond. Feriendienst SDAG stopte je dan groepsgewijs in het monsterlijk grote Rode Oktoberhotel, een vreemd stukje Noord-Korea dat er nog steeds staat en nu het Baltic Hotel heet.

Maar geen DDR-vakantie of je stuitte wel op een streng verboden Sperrgebiet. In het geval van Usedom was dat Peenemünde, tien kilometer ten westen van Zinnowitz. In de Tweede Wereldoorlog testte Werner von Braun hier in het diepste geheim zijn raketten, daarna deden de Sovjets in Peenemünde tot aan de val van de muur geheimzinnig. Tegenwoordig kun je er gewoon komen en is de energiecentrale van Von Braun omgebouwd tot een museum. Echt heel boeiend, maar laten we vriendelijker eindigen.

Het goede doel

Ik rijd door naar Stralsund, een Hanzestadje dat de toegangspoort tot Rügen vormt. Net als Bautzen is Stralsund nauwelijks bekend bij ons en als je het ziet, vraag je je meteen af hoe dat toch mogelijk is. Oh ja, DDR natuurlijk: het heeft veertig jaar onopgemerkt in het vriesvak gelegen. Maar wat een prachtig, sfeervol stadje weer. Een en al monument. Van baksteengotische kerken tot Amsterdamse grachtengevels, maar dan een stuk kleuriger en met zeemeeuwen. En dan ligt er ook nog eens een mooie oude driemaster in de haven…
Op een haventerras raak ik in gesprek met twee collectantes voor het goede doel. Het zijn misschien niet de slimste dames die ik ooit tegenkwam, maar ze zijn open en vriendelijk. En ze hebben leuke tatoeages en vrij veel dorst. Het gaat vast wel lukken om het hoofd van Ute Geweniger uit mijn gedachten te krijgen.

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen