donderdag 28 maart 2024

België: Provence op z’n Belgisch

In Belgisch – Lotharingen, het zuidelijkste teentje van de Provincie Luxemburg, is alles anders: de natuur, de mensen, de huizen, het klimaat en de gastronomie, die eigenzinnig op het zuiden is afgestemd. Als er één streek de vergelijking met de Provence kan doorstaan, dan is het de Gaume wel. Maar dat een flink stuk dichterbij.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/belgie-provence.gpx”]

Erwin Kennis

En zo staan we op een dag op het centrale plein van Aarlen, de hoofdstad van Belgisch Lotharingen waar we net een koffie hebben geslurpt. Aarlen behoort strikt genomen niet tot de Gaume, maar we hebben een grondige reden om de grenzen even te verleggen. In Aarlen is namelijk de geestrijke drank, Maitrank een begrip. ‘Het zoete aperitiefdrankje leent zijn typische smaak aan de lievevrouwebedstrobloemen’ vertelt Georges Lepère en hij kan het weten, want hij behoort tot de Confrèrie du Maitrank, een Aarlense vereniging die waakt over de kwaliteit van de maitrank. ‘Het lievebedstrobloemetje wordt geplukt in de Gaumse bossen net voor de bloei’ verduidelijkt Georges. ‘Het drankje ontstond in de abdij van Prum in Duitsland. De monniken vonden de witte moezelwijn te zuur en lieten er lievevrouwebedstro in trekken en daarmee zijn zij eigenlijk de uitvinders van het zoete drankje’ voegt hij er aan toe. ‘Elk jaar rond half mei, duiken Aarlenaars massaal het bos in om hun eigen Maitrank te maken en iedereen heeft wel een geheim recept dat zijn Maitrank onderscheid van alle anderen’ besluit Lepère trots.

Bier en saffraan

We verlaten Aarlen en zetten koers naar het westen. Met zijn zachte, rollende heuvelruggen, cuesta’s genaamd, lijkt de Gaume in niets op de ruwe Ardennen die met een muur van bos de koude uit het noorden tegenhoudt. De mensen van de Gaume, spreken Frans en ‘geel’ Waals dialect, de zon draait er overuren, huizen zijn veelal opgetrokken uit gele zandsteen, in de Ardennen gebruiken ze leisteen en de locale specialiteiten maken van de streek een curiositeit op Belgisch grondgebied. We rijden over golvende wegen die leiden naar vergeten dorpen. Nergens is er drukte te bespeuren, tegenliggers kunnen we op één hand tellen. In Rulles houden we halt bij bierbrouwer Gregory Verhelst. De brouwer verbouwde in 2000 een oude boerderij en bracht er een brouwershuis in onder. We treffen de man aan zijn twee open gisting ketels, eentje voor blond bier en de andere voor de bruine biervariant.

‘We brouwen een Rulles Blonde, een Rulles Brune en een Triple’ steekt de man van wal, verder voegen we nog aan onze productie drie seizoen gebonden bieren toe’ voegt hij er aan toe. Terwijl hij zwoegt met plastic tonnen gevuld met mout die uit Henegouwen komt, vertelt hij er in een adem bij dat de hop uit de VS komt, om precies te zijn uit de regio van Washington. ‘Het is die Amerikaanse hopsoort die onze bieren speciaal maken’ besluit hij met enige fierheid in zijn stem, waarna hij prompt een Rulles Blonde ontkurkt. Proost op de Gaume.

We starten de motoren en zwenken naar het uiterste zuidelijke teentje van ons land. Het wegdek wiegt op en neer, bochten met een oneindige reeks varianten dienen zich aan. We rijden door een landschap dat het midden houdt tussen weideland en dicht loofbos. Via Tintigny en Ethe, rollen we Virton binnen. Virton is de hoofdplaats van de Gaume en voelt zuidelijk aan. Neem bijvoorbeeld het voorportaal van de imposante kerk Saint-Laurent die op het centrale plein van de stad op vier gigantische okerkleurige zandstenen pijlers rust. Het lijkt alsof de pilaren ontvreemd werden uit één of andere Romeinse site. Maar niets is minder waar, ze werden gehouwen uit lokale brokken zandsteen.

Op de Place Nestor Outer, lopen we binnen in een winkel van streekproducten uit de Gaume. Pascal Cherain de eigenaar, is een Gaumais ‘pur sang’. Hij gaat er prat op om de enige saffraanteler van Wallonië te zijn. ‘Op een zonnige helling plant ik elk jaar in juli 60.000 plantjes die ik oogst in augustus’ vertelt Pascal. ‘Voor één gram pure saffraan heb ik ongeveer 180 plantjes nodig’ voegt hij eraan toe. Terwijl we wat in zijn winkeltje rond neuzen stelt hij enkele producten voor. ‘De saffraan verwerk ik in verschillende vruchtenconfituren, in pralines en zelfs in bier’ licht hij toe. Ondertussen hebben we al een praline te pakken en enkele ogenblikken later zitten we al achter een glas bier met saffraansmaak. Heerlijk, maar we moeten verder.

Vanuit Virton rijden we in één ruk naar Torgny. Nu ja, een monsterrit kun je het bezwaarlijk noemen, want het aantal kilometers dat we dienen te overbruggen haalt met moeite de dubbele cijfers. Maar het is een heerlijk golvend traject dat slechts onderbroken wordt door enkele dorpskernen, waar het lijkt alsof de tijd er stil is blijven staan. Tussen de straat en de gevels van de veelal oude boerenwoningen ligt wat men een ‘usoir’ noemt, een soort voortuin die diende om mest op te slaan. Een paar hectometers verder wacht Torgny, het meest zuidelijk gelegen dorp van België. Als we het dorpje binnen tuffen overvalt ons het Provence-gevoel. Huizen van okerkleurige zandsteen leunen schouder aan schouder in een boog rond de kerk.

Boven de deuren: een inscriptie met het bouwjaar dat veelal uit de 19de eeuw stamt. De gevels zijn netjes gerestaureerd, deuren en vensters staan in een fris streepje verf. Verder, een oude overdekte wasplaats op een halfopen pleintje en overal bloemenkorven op straat en op de balkons. Torgny behoort tot het selecte kransje ’mooiste dorpen van Wallonië’ en naar onze mening mag het gerust tot het allermooiste gekroond worden. Om het plaatsje compleet te maken, kruipt er nog een wijngaard langs een zuidhelling tot aan de rand van het bos. Het is een heerlijke plek om even te vertoeven. We besluiten om er te blijven overnachten.

Brouwende broeders en forellen

De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren. De lage zon zet de daken en bovenste muren in vuur en vlam. We verlaten het dorp en rijden in westelijke richting naar het hart van de Gaume. Met een gezapig tempo doorkruisen we de plooien van het op en neer deinende achterland. Als je wilt, kun je in een paar uur de gehele Gaume doorknallen, maar die waanzin om alles in een strak tempo af te haspelen is aan ons niet besteed. Via Meix en Gérouville zetten we koers naar Orval. Bij de paters langs lopen en hun brouwerij verkennen, dat lijkt ons wel wat. Aan de infobalie van de abdij wordt meteen duidelijk dat een bezoekje brengen aan de brouwende broeders niet zo van zelfsprekend is. Slechts één dag per jaar zetten de paters de deuren van de brouwerij open voor het publiek en laat dat nu net vandaag niet zijn.

Slechte timing en dus moeten we genoegen nemen met een bezoekje aan de abdij. Aan de abdij is een legende verbonden van gravin Mathilde van Toscane. Zij had haar trouwring verloren in een rivier en bad tot God om hem terug te bezorgen. Als bij wonder kwam een forel boven water met in zijn bek het kostbare kleinood. Mathilde riep toen ’dit is een gouden dal’ waaruit later de naam Orval werd afgeleid. De forel met de ring vind je als embleem op de flessen trappistenbier. De abdij bestaat uit vier gebouwen, het eigenlijke klooster en de brouwerij die alleen toegankelijk zijn voor de monniken, de ruïnes van de oude kerk en de kruidentuin. We nemen een kijkje tussen de verweerde stenen, schieten een fotootje en vertrekken langs de grote poort. We trekken verder. Een prima baan die grotendeels verscholen ligt onder een dik bladerdek, loopt in een schuine streep naar het noorden. Het weggetje spartelt heen en weer op de grens tussen België en Frankrijk. In Le Chameleux, het dorp staat zelfs niet op de kaart, houden we halt. Het gehucht telt één huis, een oude afspanning waar de chef forel van eigen kweek serveert. Het eethuisje ligt pal op de grens, de overzijde van het smalle straatje is Frans grondgebied. En omdat het toch middag is, laten we een visje op ons bord glijden, doorspoelen doen we met een maitrank. Voldaan, wekken we de motoren terug tot leven.

Worsten en kruisvaardersbier

We rijden richting Florenville. Op de centrale plaats van het stadje zetten we de motor even in de schaduw van een dikke eik. We willen een bezoekje brengen aan ‘Salaisons Blaise’, zeg maar een saucissen groothandel die de typische gedroogde en gekruide worsten en gerookte hammen uit de Gaume produceert. In het bedrijf krijgen we onmiddellijk een plastiek schort en idem dito hoofddeksel aangemeten. Hygiëne boven alles. We volgen onze gastvrouw door een wirwar van gangen die uitgeven in droogkamers. Een heerlijke geur komt ons vanuit een open ruimte tegemoet. Overal hangen gerookte worsten aan de rekken, sommige zo groot als een baseball-knuppel, andere van meer bescheiden formaat. In een aanpalend vertrek staan enkele mannen worsten te draaien. Ze zijn zo bedreven in hun handeling dat het bandwerk lijkt. Een tafel verder rijgen enkele dames de worsten aan elkaar en hangen ze op in een rek. Kortom, het bedrijf is een goed geoliede vleesmachine. En dan fabriceren ze nog de paté Gaumais, een vleestaart met een deksel van krokant bladerdeeg, meteen één van de culinaire hoogtepunten van de streek. Met een gerookte worst in onze topkoffer is het uitstekend verder rijden.

Enkele kilometers verderop, komen we naast de Semois terecht. Het wegdek volgt als een schaduw het uitbundige water van de rivier. Ter hoogte van Chassepierre ontwart de rivier even uit haar eigen kronkels en legt zich breed door groen weideland. We houden even halt en lopen door het gras naar de waterrand. Langs de oever staan enkele picknick tafels, de salami gaat eraan. Voor het beeld: de versterkte kerk van Chassepierre prijkt op een rots boven de Semois, terwijl het langsstromende water wordt opgesmukt door een bruidsluier van witte bloemen die over de rivier drijven. Het is een heerlijke plek voor een praatje, of gewoon om te luisteren naar het monotone gemurmel van de Semois. Nu ja, tegen de rotsen welteverstaan.

We starten de motoren en rijden verder langs smalle, kronkelende wegen die leiden naar piepkleine gehuchten die veelal langgerekt naast de Semois liggen. Een dozijn kilometer stroomafwaarts komen we in Herbeumont terecht. We lopen even langs de ruïne van het kasteel, maar verder blijven we er niet te lang hangen. Net buiten de dorpskom, nestelt het asfalt zich opnieuw naast de rivieroever. We spartelen heen en weer langs een haast eindeloos bochtenpatroon. De Semois meandert er op los. De bochten doen er niet voor onder. Ze volgen elkaar in sneltempo op en het leuke is dat ze allemaal verschillend zijn. En zo komen we behoorlijk dol gedraaid in Bouillon terecht. Ook al zijn we er al een half dozijn keer geweest, Bouillon blijft bekoren. Het kasteel van Godfried blijft tot de verbeelding spreken. Een lokale brouwer heeft zelfs een bier gebrouwen dat de naam van de kruisvaarder draagt. Doe voor ons maar een amberkleurige ‘Godefroy’, op een terrasje met zicht op de slenterende toeristen die uiteindelijk allemaal voor de kasteelpoort verzamelen.

We schuiven op naar het westen voor de laatste kilometers van onze smaakroute. Over piekfijn asfalt dat zijn weg zoekt door een dicht loofbos rijden we zo de stilte in. Alleen het gebrom van onze motoren zorgt voor wat decibels. Ter hoogte van Poupehan, houdt de Semois ons opnieuw gezelschap. Langs de oevers van de rivier staan her en der oude, houten tabaksschuren als stille getuigen van wat honderd jaar geleden een bloeiende tabakshandel was. Maar de teelt is al lang niet meer rendabel mee. De drogende tabaksplanten zijn vervangen door drogende was. Uiteindelijk komen we in Rochehaut terecht. Eigenlijk zijn we ons boekje te buiten gegaan, want Rochehaut behoort strikt genomen niet meer tot de Gaume. Maar we hebben hiervoor een grondige reden. Het panorama op het dorpje Frahan, dat bijna gewurgd word door de kronkelende Semois, behoort tot de mooiste uitzichten die ons land te bieden heeft. En zo eindigt een motorritje voor één keer niet op een terrasje.

Praktische informatie

Waar slapen?

Bijvoorbeeld in Hotel L’Empreinte du Temps in Torgny, Rue de l’Escofiette 12 – 6767 Torgny, www.lempreintedutemps.be, Tel: 063/608180

In Rochehaut: Auberge de la Ferme, Rue de la Cense, 6830 Rochehaut, www.aubergedelaferme.be, Tel: 061/461000

Specialiteiten

Saffraan: Safran Gaumais, Place Nestor Outer 2, 6760 Virton

Maitrank: Arel Maitrank, Rue Menil 88, 6800 Freux

Forel: Le Chameleux, Chameleux 5, 6820 Florenville

Saucisson: Salaisons Blaise, Place Albert, 6820 Florenville

Bier: Brouwerij Rulles, Rue Maurice Grévisse 36, 6724 Rulles

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen